versie 14 januari 2024 |
Geboren als jongste zoon van Hendricus van der Eem en Maria Anna Magdalena Laurens wil ik graag iets aantekenen bij het werkbare leven van Henk (de kleermaker) en zijn Marie (mijn ouders). Zelf geboren net voor de tweede wereldoorlog 21 juni 1939 ken ik het allereerste begin van het verhaal alleen van horen vertellen. Lees ik in een boek over oud Rotterdam, dat de stad van vóór de oorlog een bruisende stad was van feest en gezelligheid, dan heb ik dit van mijn ouders toch niet zo mee gekregen. Henk z’n Marie sprak veel meer in de trant van: ‘Ach kind, hard werken was het, dat waren de Crisis jaren’. Ik denk dat het met een gezin van 5, wel een eerlijke benadering is. |
Ook voor de kleermakerij was het een beroerde tijd. ‘Kleren maken de man’ was toen een uitspraak, maar je diende wel wat in de knip te hebben, en daar ontbrak het in die tijd erg aan. Ik prijs mijn ouders dan ook zeer dat ze met weinig veel konden doen. De lastigste tijd, ook voor ons gezin waren de jaren ’40 – ‘45. Als je als moeder en vader je kinderen niet te kort wilde doen, dan gaf je de kinderen mee met de kerk. Meneer kapelaan kon daar voor zorgen, en dan werd je uitgezonden naar de boeren. Zo zagen ook Henk en Marie vier van hun kinderen vertrekken richting Utrecht, Overijssel, en Limburg, en soms lang van enig bericht verstoken. Mijn verhaallijn krijgt nu scherpere lijnen. Mijn vader, Henk de kleermaker, had geen goed antwoord meer op de vraag: of er ooit nog een eind aan de bezetting kwam. Zoals al eerder was gebeurd in hun huwelijk zei Henk op’n dag: ‘Marie we gaan’ Hij huurde begin 45 een handkar, zei nog tegen de verhuurder ‘ja!, morgen terug’ maar hij zal bij zichzelf gedacht hebben ‘ja, morgen brengen’. Met Marie en dochter Riet (13) áchter de kar en Gerard (4) ingepakt tussen het pluche tafelkleed in de kar, trok de kleermakersfamilie richting Lisse en Vogelenzang. De lange voetreis had achteraf niet gebracht wat werd verwacht. Ook Noord Holland en Leiden, allemaal familie adressen, hadden ook geen overdaad aan warmte en voedsel. Nederland maakte zich intussen op voor een lange strenge winter. >Het Kerstfeest zo goed als zonder licht gevierd met opvallend mooi kaarslicht is er een die blijvend bewaard blijft. Al was het alleen al omdat je moeder uren in de rij had gestaan om toch maar een kerststol te kunnen bakken. |
En ze bakte de mooiste stol op het groen kleurige petroleumstel.
Na die beroerde jaren van bezetting brak voor Henk en z’n Marie ook een betere tijd aan. Henk als vaste kleermaker bij Cohen, een bedrijf in maatkleding, dat zich had gespecialiseerd in de scheepvaart. Er werd niet alleen hard gewerkt in de stad om die weer op te bouwen maar ook op de ‘Singer’ naaimachine en… óp de tafel waar Henk intussen met een beter gevulde achtervulling op zat. Rotterdam met z’n aanlegplaats voor grote schepen, bood Cohen veel werk. Korte witte tropenjasjes met opstaande kragen werden Henk z’n specialiteit. Het was altijd haastwerk. Een aangemeerd schip bleef nooit lang in de haven. De Crooswijkse Pleretstraat drie hoog, werd ongemerkt een dependance van Cohen’s atelier, dat met winkel gevestigd was in de Scheepstimmermanslaan. Het was niet helemaal een goed plan. Marie ging (ooit eerste naaister geweest), steeds meer meewerken bij het maken van de opstaande kragen, hetgeen weer ten kosten ging van mijn zus Gré der schooltijd. “Kom jij ma maar helpen’ Ja, om het huishouden te doen omdat zij haar handen vol had met het thuis werk. Later kom je d’r achter dat dit niet helemaal juist was. Genomen beslissingen nemen echter geen keer maar komen wel hard aan en blijven lang voelbaar. Nederland herrijst maar sommige zaken waren nog lang niet goed geregeld. Terwijl in een tijd dat iedere cent en gulden moest worden omgekeerd, voor ze werden uitgegeven, diende er ook voor schoonmoeder,moeder te worden opgebracht. De ambtenaar had het zo beslist. Daar kon je tegen lullen als brugman, daar hielp geen moedertje lief aan, sprak mijn vader in zulke gevallen krachtig,( thuis tenminste). Gelijk had ie. Het was gewoon geen leuke tijd. Wat schrijf ik geen leuke tijd? |
Het gezin werd uitgebreid met vrijers en vriendinnen. Gezellige kaartavondjes konden na de zondagavondviering beginnen. En in de week lagen er lange witte draden op de kokosmat. Pa vind het welletjes voor vandaag, het is bij tienen. ‘Jij nog niet naar bed’ ? Dat was zo, als het leuk werd moest je als jongste naar bed. Een paar potjes kaart met as. schoonzonen. Centje bij! Ja ik ze!, goh Pa alweer, hij weet ze weer te verdienen. Kousen stoppen bij de grote potkachel, radiodistributie met hoorspel.‘Wat een stel!’ Pa, Henk de kleermaker bracht op gezette tijden zijn dag, avond,en nachtwerk naar de Scheeptimmermanslaan. Dat gebeurde dan in een koffer. Hij leek wel een vertegenwoordiger! Kleren maken de man, als ik er aan terug denk dan klopte dat wel. Op lijn 10 Linker Rottekade, hoek Isaäc Hubertstraat opgestapt, veelal staand op het tussenbalkon, leverde hij zo zijn werk af op de zaak. Als je met je vader mee mocht, een ritje met de tram, dan dacht je dat je met de directeur van de RET zelf op stap was. Bij de opstap hoorde je: ‘Allemaal een beetje doorlopen ja!’ Had daar nou de conducteur, of je vader gesproken? Enig lichaamstaal verraadde veel. Het was je vader, geen twijfel mogelijk. Henk en z’n Marie mochten menig feest beleven met Meneer en Mevrouw Cohen. Een keer was het feest écht voor hem, nou ja, ook voor haar. Het waren me feesten, in die tijd……van toen. Marie liet zich in de jaren vijftig ook niet onbetuigd. Deed aardig wat parochiewerk in de kerk van Sint Barbara. Een enorme kerk in Crooswijk. Ze was 10 jaar voorzitster van de K.A.V. (Katholieke Arbeiders Vrouwen). Bij menig kerkelijk activiteit was Marie van de partij. Wat jammer dat ze toen als vrouw, zeker toen niet, der stem mocht verheffen in kerkelijke kringen. Henk deed het anders hij liet z’n stem horen op het koor. Of hij daar een grote partij zong weet ik niet, maar hij was altijd wel heel trouw. |
Trouw, dat waren zij samen, ze hadden ook al wél wat opgebouwd. Als op vrijdagmiddag het weekloon werd betaald, dan ritselden thuis aan tafel, het loonzakje.Twee handen vonden elkaar, met erin een briefje, waarop mijn vader op Franse toon zei: Merci, en stopte het verkregen briefje met een krullende neus in zijn vestzakje. ’t Mooie was, hij kocht zelden iets voor zichzelf, alleen maar presentjes voor zeker weten z’n Marie.
De pensioengerechtigde leeftijd komt eraan, en je zou denken die vrijbuiters intussen verhuist naar Kralingen, die nemen het ervan. Cohen vroeg aan van der Eem of hij nog wat wilde aan blijven, per week een dag of drie. Dat beviel die twee wel. Henk een paar dagen van de vloer en Marie deed zoals altijd, netjes de boel. Het was goed toeven daar in de Jericholaan. Het gezin en het kleine spul, alsmaar groter gegroeid, kwam zondags op de thee. Een avondje uit in de Doelen waar kleinzoon John zijn partij zong, ging Marie, ons moeder, onderuit. Het werd een pijnlijke noot voor een ieder van ons. Na verblijf in het ziekenhuis, voor het pennen van haar heup, moest ze nog een half jaar plat op bed. Wat een tegenslag. In het ziekenhuis nam ze het heft in handen, en droeg haar Henk op het een en ander thuis te regelen. En denk erom geen ziekenhuisbed! De toon was gezet. De woonkamer werd even anders ingericht. Henk kwam thuis voor hele dagen, zijn pensioen was vanaf heden ingezet. Dankzij Riet en Gré is er veel werk verzet. Nooit gekookt hebbend, rent Henk met pannetjes af en aan naar het bed, om het een en ander te laten keuren, en verdient al snel een ster van Michelin. |
Veel bezoek aan bed doet haar goed. Kleinkinderen hadden zo hun eigen gedachten, over oma in bed. De jongste van het stel riep, toen oma even de dekens had verlegd voor haar dagelijkse oefening, ‘Oma heeft toch twee benen’. Die twee benen moesten het weer gaan doen. Knap gedaan Marie, ze ging alweer vlot, trap af ,trap op, en wandelde heel wat af met haar Henk langs de Kralingse plas. De volgende stap was met lijn 22 naar beider Sint Barbara, ze hadden het weer voor elkaar. Samen op stap. Metro ,tram, trein, ze hadden er abonnementen op. Pa had de smaak van keukenbeheer te pakken. Op bezoek bij zijn kinderen lag hij regelmatig onder in de keukenkastjes te loeren. Hij bespioneerde zo het keukenblok en ging thuis aan de slag. Hij stond bij ons alleen bekend als timmerman, bij het maken van Sinterklaas surprises, maar hij drukte nu een stempel als keuken designer. Schoenmaker hou je bij je leest lapte hij hiermee volledig aan zijn laars. Toen het uiteindelijk wat rustiger aan ging, in hun nieuwe huisje in Ommoord’s Kruidenbuurt, bleven ze geïnteresseerd in kinderen, en kleinkinderen. Genoten van alles waarin weinig hun ontging. |
Hoop met deze regels een korte schets te hebben gegeven van een werkbaar leven van onze ouders waar wij een groot gedeelte van hebben meegemaakt. Een leven dat voor ons prettig lang geduurd heeft. |
Hendricus van der Eem overleed op 85 jarige leeftijd, kort na hun zestig jarige bruiloft, op 25 januari 1985. Maria Anna Magdalena van der Eem – Laurens mochten wij wat langer bij ons houden, zij overleed als Honderdjarige op 19 augustus 1999. |